Na jarenlang succes met The Jackson 5 lukte het Jermaine Jackson om in de jaren ’80 een aantal solo-hits te scoren, zoals Let’s Get Serious, Do What You Do en When the Rain Begins to Fall (duet met Pia Zadora). Hoe kijkt de Amerikaanse zanger op die periode terug? Back to the 80’s met Jermaine Jackson!

Je eerste grote hit in de jaren ’80 was Let’s Get Serious, die in Nederland de 24e plek van de Top 40 haalde. Kun je iets over de achtergrond van het nummer vertellen?

“Stevie Wonder heeft dat liedje geschreven. Toen ik de zanglijn moest inzingen moest ik 90 minuten lang rijden naar een studio in Orange County, Californië. Voordat we de studio ingingen speelden we een potje airhockey en heeft hij mij verslagen. Tegen de tijd dat we eindelijk voor de microfoon stonden was het 02.00 uur ’s ochtends! Maar het was een magisch nummer. Hij zong een klein stukje in het tussenstuk: S-E-R-I-O-U-S. Het was een heel belangrijk nummer voor me.”

“het is een uptempo en energiek liedje dat al lang meegaat”

Je grootste hit in Nederland was het nummer When the Rain Begins to Fall met Pia Zadora. Hoe is de samenwerking met Pia tot stand gekomen?

“De man van Pia zocht iemand om het liedje te zingen. In die tijd was ik met mijn broers op tournee, de Victory Tour. Jack White, die volgens mij uit Berlijn komt, heeft het nummer geschreven en het werd een grote hit in heel Europa. Toen we de videoclip opnamen waren we bijna twee weken in Italië, in de plaats Sperlonga. Het was daar erg koud. We moesten ‘s ochtends vaak vroeg op, zodat we om 05.00 uur op de set konden zijn. Dus we werkten heel hard. Vandaag de dag is het nummer nog steeds geliefd. Het is een uptempo en energiek liedje dat al lang meegaat. Het was geweldig om te maken.”

R-3730811-1342091340-8230.jpeg

When the Rain Begins to Fall werd in veel Europese landen nummer 1, ook in Nederland. In Amerika kwam het niet verder dan nummer 54. Waarom deed dit nummer het in Europa beter dan in Amerika?

“Omdat het nummer door een Europeaan was geschreven, een Duitser genaamd Jack White, werd het in dat deel van de wereld beter ontvangen. Dat nummer stond in bijna alle landen in Europa op de eerste plek. En om eerlijk te zijn, het is nooit in Amerika uitgebracht! Het stond wel op mijn album maar is nooit in de VS uitgekomen.”

Een andere grote hit uit de jaren ’80 was Do What You Do, een van de eerste releases van Arista Records. Hoe heb je de overgang van Motown naar Arista ervaren?

“Dat was een interessante verandering omdat ik alles wat ik wist bij Motown had geleerd. Bij Arista ging ik met Clive Davis samenwerken. Clive Davis was een heel creatief persoon, maar ik had veel vragen over de muziek en de tekstuele inhoud en dat soort dingen. Bij Motown had je zoveel grote namen: The Temptations, Martha Reeves and the Vandellas, Marvin Gaye, The Supremes, The Four Tops… Allemaal artiesten die je graag wilde zijn toen je nog jong was. En ze hadden ongelofelijke songs! Om die opvoeding te hebben gehad, dat soort training… Ik had het gevoel dat ik precies wist wat ik wilde toen ik naar Arista Records ging. Ik had het geluk om met een muzikaal persoon als Clive Davis samen te kunnen werken, die geweldige liedjes en ideeën had en omringd was door geweldige producers.”

“Die tour was heel bijzonder omdat michael bij ons was en ik de nummers kon zingen die we samen hebben gedaan”

De Victory Tour in 1984 was de laatste tournee met de complete bezetting van The Jacksons. Hoe kijk je daar op terug?

“Nou, we touren nog steeds maar die tour was heel bijzonder omdat Michael bij ons was en ik de nummers kon zingen die we samen hebben gedaan. Hij zong een gedeelte, ik zong een gedeelte, we wisselden elkaar af… Het was gewoon de kern van The Jackson 5 die op het podium stond. En dat is waar het allemaal mee begon. Dat waren memorabele momenten die ik nooit zou vergeten. Ik zal die altijd blijven herinneren, ze waren zo dierbaar voor me. Het was heel bijzonder om alle broers daar te hebben, waarmee je vanaf het prille begin hebt samengewerkt. Wij waren het die het allemaal zijn begonnen. Dus dat was een magisch moment, het was geweldig!”

Michael was ook in de jaren ’80 heel succesvol. Wat is volgens jouw het grootste hoogtepunt van Michael’s solocarrière in de jaren ’80?

“Dat zijn er zoveel, ik kan er niet één noemen. Een carrière van het Thriller-album tot het Bad-album, Billy Jean, dat hij de Moonwalk deed, al die dingen… Gewoon geweldige nummers: We Are the World, Heal the World, Man in the Mirror… Nummers met een inhoud waar mensen naar luisteren en die mensen meezingen. Het is een boodschap, een goede en positieve boodschap, om de wereld te laten weten hoe de wereld zou moeten zijn, om een oplossing te bieden voor de problemen van de wereld.”

Het is bijna 9 jaar geleden dat Michael is overleden. Hoe herinner je hem, als mens en als muzikant?

“Ik herinner mijn broer als een grappig persoon met een mooie glimlach, als een geweldige artiest, schrijver, componist en entertainer en als een uniek mens die zijn talent en succes gebruikte om de problemen van de wereld te lijf te gaan. Hij was een dienaar van God. Hij deed God’s werk op indrukwekkende wijze. Daarom denk ik dat God hem gebruikte om de stem te zijn van de ziektes van de wereld, van de problemen van de wereld.”

Terugkijkend op de jaren ’80, hoe zou je het geluid toen het beste kunnen omschrijven?

“Je kan liedjes van de jaren ’80 niet vergelijken met liedjes van nu. De 80’s-songs waren veel beter. Je had toen een aantal geweldige acts. Je had Foreigner, de Bee Gees, een groep met de naam Bread, gewoon geweldige bands. De muziek was in die tijd waar muzikaal vakmanschap, anders dan de gevoelloze computers van tegenwoordig. Die liedjes worden door computers afgespeeld, waardoor het ritme nooit varieert. Het is perfect maar het is niet zoals muzikanten spelen. Ze halen al het gevoel eruit. Het eind van een nummer is iets bijzonders. Als je in de jaren ’80 naar platen luisterde dan begonnen ze met een bepaald tempo maar waren ze aan het eind misschien twee of drie beats per seconde sneller. Dat noemen ze you’re going home. Het geeft een soort van opgewonden energie, waardoor de muzikant wordt opgehitst en hij automatisch sneller gaat spelen. Dat gevoel hoor je terug in de platen van toen. Tegenwoordig begint en eindigt het op dezelfde manier, dus gaat het nergens heen. Want dat is wat een computer doet.”

JHH Entertaiment - Jermaine Jackson