Twee jaar geleden sprak ik Mark King, de frontman van Level 42, voorafgaand aan het optreden in De Oosterpoort. Nu is de band weer terug in Groningen en is het tijd voor een interview met de andere muzikant die zo bepalend is voor het geluid van Level 42: toetsenist/zanger Mike Lindup!

Het is 36 jaar geleden dat jullie voor het eerst in De Oosterpoort hebben opgetreden. Herinner je je dat concert nog?

“Ja. Nadat we in 1981 in een paar kleine jazzclubs in Engeland hadden gespeeld, werden we uitgenodigd om in Duitsland het voorprogramma van The Police te doen. We deden acht optredens voor The Police, toen hun Ghost in the Machine-album net was uitgebracht. Twee dj’s in Amsterdam hadden in die periode voor ons een optreden in Paradiso geregeld, wat we gedaan hebben op de terugreis naar Engeland. De optredens voor The Police waren heel goed en leerzaam voor ons. Dus toen we in Paradiso speelden waren we er klaar voor. Door dit optreden en het feit dat de single Love Games goud werd en ook ons album goud werd, is dit het land waar we als band voor het eerst succesvol zijn geweest. Daar zijn we voor altijd dankbaar voor. Dus zijn we hier altijd teruggekomen om op te treden, waaronder in 1982 in Groningen.”

Volgens een artikel in de krant hebben jullie toen in De Oosterpoort voor maar liefst 1100 man opgetreden.

“Wow, dat is echt ongelofelijk, want het heeft lang geduurd voordat we in Engeland voor zoveel mensen zouden spelen. Dat heeft iets van drie jaar geduurd.”

“Als er iets misging op het podium of als een single het niet goed deed in de hitlijst, dan baalden we daar enorm van”

Jullie speelden in het begin vooral in kleine clubs?

“Ja, clubs en universiteiten. Maar in Engeland hebben we pas in 1985 of 1986 in dit soort zalen gespeeld.”

Dus is Nederland belangrijk geweest in het begin van de carrière van Level 42?

“Absoluut, heel belangrijk.”

Terugkijkend op het succes van Level 42 in de jaren tachtig, wat zijn voor jou de grootste hoogtepunten?

“Dat zijn er veel. De eerste dingen maken altijd de meeste indruk. Zoals het eerste optreden in Nederland, het begin van het succes, voor het eerst in de Hammersmith Odeon spelen, voor het eerst in Wembley Arena spelen, naar Amerika gaan om voor Madonna en Tina Turner te openen… Om voor The Police te openen was ook een geweldige ervaring. Dat we bovenaan de hitlijsten stonden en de platenmaatschappij limousines en privévliegtuigen voor ons regelde. Ik weet nog dat we op een ochtend voor een optreden naar San Remo vlogen en in de middag voor een optreden naar Venetië. Nadat we in Venetië geland waren, hadden we geen tijd voor sightseeing. Toch liep ik, voordat we de volgende ochtend weer weggingen, nog snel even de stad in. Het was maart en erg koud en alle gondels waren geparkeerd, er gebeurde helemaal niets. Dat was alles wat ik van Venetië heb gezien, haha! Het was een geweldige tijd. Maar ik moet zeggen dat Mark en ik nu meer plezier hebben dan vroeger. We waren toen nog jong en het succes verraste ons. Aan de andere kant waren we ook serieus. Misschien namen we onszelf toen wel iets te serieus. Als er iets misging op het podium of als een single het niet goed deed in de hitlijst, dan baalden we daar enorm van. Maar nu hebben we veel meer plezier. Als er iets misgaat dan kun je dat loslaten. Het is maar een klein onderdeel van een groter geheel. Het belangrijkste is dat het publiek het naar de zin heeft, dat wij ons best doen en dat wij plezier hebben.”

L42-2018-PhotoHoe ben je in de jaren tachtig met het succes en de roem omgegaan?

“We waren niet in één keer succesvol. Wel hier in Nederland, waar we niet heel goed mee om konden gaan, maar de erkenning thuis en in de rest van de wereld heeft wel zes jaar geduurd. Dus toen het grote succes kwam, wisten we dat dat het gevolg was van de goede platenverkoop, niet dat we ineens hele belangrijke mensen waren geworden. Dat heb ik bij andere artiesten wel zien gebeuren, die opeens succesvol zijn geworden. Je kwam ze dan tegen bij Top of the Pops, waar ze deden alsof ze belangrijker waren dan jij. Ik denk dan: Je bent hier nog maar vijf minuten geweest… Het heeft niets te maken met wie je bent. Het heeft te maken met hoe je wordt gezien. Wat ook hielp was dat de band in de eerste plaats bekend was om de muziek en in de tweede plaats om Mark en zijn basspel. Dus kreeg hij als frontman van de band de meeste aandacht van de pers. Ik had het geluk dat ik op het podium Mike Lindup van Level 42 kon zijn, maar nog steeds met de metro kon reizen of naar de supermarkt kon gaan. Toen we met The Police op tournee waren, zag ik Sting soms achter zijn kraag wegduiken. Dat is niet leuk, want je hebt geen privéleven meer. Wij hebben best een saai leven, dus de tabloids stuurden geen paparazzi omdat er niets te zien was. Ik ging vroeg naar bed, dronk niet veel, gewoon een kopje thee… We hadden geen wilde feesten en gingen niet naar clubs.”

“ik merk dat we nu meer erkenning en waardering dan ooit krijgen”

Veel 80’s-bands hadden moeite met het veranderde muzikale klimaat van de jaren negentig. Hoe was dat voor jullie?

“Dat was voor ons ook moeilijk. Na een ruzie met Polydor moesten we helaas van platenlabel wisselen, omdat ze toen niet te tevreden waren over het Guaranteed-album. Het nieuwe label wilde ons in de hoek van dance en remixes duwen. Dat was niet ons ding: we zijn een band en we schrijven als een band. Omdat dance muziek in die tijd heel populair was, misten we de steun van het platenlabel. We verkochten nog steeds platen en de optredens gingen goed, maar het ging allemaal moeizamer. We besloten daarom in 1994 om de band tijdelijk stil te leggen. In 1999 ging Mark weer verder met de band. Ik was toen niet geïnteresseerd omdat ik andere dingen deed. In 2006 kwam ik weer bij de band. Het was geen gemakkelijke tijd voor ons, maar ik geloof dat succes met golven komt en gaat. Nu gaat het weer de goede kant op. Ik merk dat we nu meer erkenning en waardering dan ooit krijgen. We krijgen zelfs de Royal Albert Hall vol, wat ons vroeger nooit is gelukt.”

Hebben jullie ook profijt van de huidige comeback van muziek uit de jaren tachtig?

“Dat kan ook een rol hebben gespeeld. Ik denk dat er veel nostalgie is naar muziek uit die tijd. De nummers van toen zijn geweldig en er waren veel individuele artiesten. Als je nu naar de hitlijst kijkt, ik begin als een oude man te klinken, vind ik het moeilijk om artiesten van elkaar te onderscheiden. In de popmuziek worden altijd dingen gekopieerd, maar het lijkt nu wel heel veel te gebeuren. Misschien is dat de reden dat men graag al die bands uit de jaren tachtig wil zien. Daarnaast hebben wij het geluk dat we zelfstandig kunnen touren, dat we hoeven geen onderdeel van een grotere package deal hoeven te zijn.”

Is het in deze tijd, vergeleken met de jaren tachtig, moeilijker om muzikant te zijn en van muziek te kunnen leven?

“Ik denk dan wel. Bepaalde artiesten die zichzelf goed kunnen verkopen en promoten op social media hebben nog een kans. Vroeger was het heel moeilijk om je muziek te laten horen. Nu kun je het zo op internet gooien. Het probleem is natuurlijk om ervoor te zorgen dat mensen er naar luisteren. De een kan dat beter dan de ander. Wij hadden mazzel. Toen wij begonnen hadden we een deal van vijf jaar met Polydor, wat in deze tijd ongehoord is, en hadden we tijd om te schrijven en te bewijzen dat we voldoende platen konden verkopen. Daardoor hadden we ook ruimte om fouten te maken, door nummers te schrijven die het misschien niet zo goed deden. Maar we hadden wel de zekerheid dat we meer albums konden maken. Dat missen jonge artiesten in deze tijd. Je moet heel goed zijn om dingen zelf te kunnen doen. Het waren andere tijden. Ik ben blij dat we toen zijn begonnen.”

Vanavond spelen jullie in De Oosterpoort. Wat kunnen we vanavond verwachten?

“Het wordt iets anders dan twee jaar geleden. We spelen altijd de grote hits, omdat het publiek die graag wil horen. Maar de rest van de show kunnen we doen wat we willen. We hebben besloten om een paar nummers te spelen die we al lang niet meer hebben gespeeld. We spelen een nummer van The Early Tapes, die we sinds 1982 niet meer hebben gespeeld. Een ander nummer hebben we sinds 1984 niet meer gespeeld. En als ik zeg ‘we’, dan bedoel ik Mark en ik. De rest van de band heeft die nummers nog nooit gespeeld! Het is net of ze nieuwe nummers spelen. Voor het publiek zal het ook een nieuw zijn. Maar de tekst van de nummers is nog steeds relevant. Zo spelen we vanavond het nummer The Chant Has Begun, wat gaat over de leugens van politici, over vervuiling, over vooruitgang die uit de hand loopt… Hoewel het geschreven is in de jaren tachtig, is de boodschap vandaag de dag zelfs nog meer relevant. Voor ons is het een nieuwe show en we vinden het geweldig om te doen.”