In 1985 leerde Dizzy Reed de bandleden van Guns N’ Roses voor het eerst kennen, toen de band net was opgericht en de rockers een tijdje naast hem woonden en repeteerden. In die periode zei Axl tegen Dizzy dat hij hem ooit in de band wilde hebben. Gelukkig was Axl een man van zijn woord, want een paar later kwam het langverwachte telefoontje en kon Dizzy bij Guns N’ Roses aan de slag. De toetsenist moest gelijk aan de bak, want in de daaropvolgende twee jaar werd druk gewerkt aan de opnames van de albums Use Your Illusion I & II. Na jarenlang in Guns N’ Roses, The Dead Daisies en andere bands te hebben gespeeld heeft Dizzy besloten om nu ook zijn debuut als soloartiest te maken.

Wat was voor jou de reden om een eigen album te maken?

“Het was een lang proces. We zijn er al een hele tijd geleden mee begonnen. Een aantal mensen die bij de nieuwe plaat betrokken waren, Richard Fortus, Del James en Mike Duda, hebben me overtuigd om deze plaat te gaan maken. Ik had het nog steeds behoorlijk druk. We waren nummers voor Chinese Democracy aan het schrijven en deden ook andere dingen. Maar het zat altijd in mijn achterhoofd. Toen ik met The Psychedelic Furs op pad was belde Del mij en zei: Ik heb een studio, we kunnen die plaat nu gaan opnemen. Op dat moment viel alles op zijn plaats, omdat ik alles wat in mijn hoofd zat eruit wilde gooien. Ik had toen geen idee wat voor onderneming het zou worden en hoe lang het zou duren. Ik ben erg opgelucht dat het album eindelijk is uitgekomen.”

Het heeft de nodige tijd gekost om het album op te nemen.

“Dat klopt. Daar was geen bijzondere reden voor, er waren gewoon veel hindernissen. Ik wilde het vaak opgeven, maar met hulp van mijn lieve vrouw Nadja, die ook op de plaat is te horen, en alle jongens die erop gespeeld hebben… Volgens mij realiseerde iedereen zich dat we iets heel bijzonders hadden dat we uit moesten brengen. Dus hebben ze mij geholpen om er doorheen te komen.”

“ik was al fan van guns n’ roses voordat ik bij de band kwam”

De titel van je nieuwe album spreekt voor zich: Rock ’n Roll Ain’t Easy. Hoe is het jou gelukt om als rockmuzikant constant op hetzelfde niveau te blijven presteren?

“Ik heb het geluk gehad om op een hoog niveau te mogen werken. Ik heb door de jaren heen een aantal goede relaties opgebouwd en heb het voorrecht om dit te mogen doen. Ik weet ook niet wat ik anders zou moeten doen, haha! Daar komt het echt op neer. Op een bepaald moment dacht ik opeens: Ik heb niets anders waar ik op terug kan vallen. Dit is alles wat ik kan doen. Ik kan me niet voorstellen dat ik ergens anders een baan kan vinden of dat ik iets anders doe, dus kan ik er maar beter voor zorgen dat ik hierin slaag.”

Je soloalbum staat vol met verschillend klinkende rocksongs. Weerspiegelen deze nummers de verschillende muziekstijlen die jou door de jaren heen hebben geïnspireerd?

“Zeker weten. Veel daarvan viel op een natuurlijke manier op zijn plaats, zoals met Del James die de plaat samen met mij heeft geproduceerd. Toen we het album aan het samenstellen waren, zochten we naar iets van T-Rex, iets punkrock-achtigs, iets van Joe Jackson… Al die verschillende invloeden vielen op hun plek. Maar wat ook meespeelt is dat ik nooit weet of ik nog de kans heb om een nieuwe plaat te maken, dus was het logisch om alles in een keer eruit te gooien.”

Op welke manier heeft de muziek van Guns N’ Roses het geluid van je debuutalbum beïnvloed?

“Ik denk dat de invloeden die tot het ontstaan van Guns N’ Roses hebben geleid veel lijken op de invloeden waarmee ik ben opgegroeid. Ik was al fan van Guns N’ Roses voordat ik bij de band kwam. Ik weet nog dat ik ze in clubs zag spelen en dacht: Ik wil in die band! Ze hadden alles: de coole uitstraling, het coole geluid… Ook repeteerden ze naast de deur. Ik zat toen in de band The Wild en zij woonden in LA een tijdje naast ons. Ik hoorde ze de hele tijd repeteren, dus hoorde ik ook de invloed van Zeppelin, de Stones en punkrock die daarin aanwezig was. Het is voor mij als iets natuurlijks dat ik in Guns N’ Roses zit. Het lijkt erg op datgene waarmee ik ben opgegroeid. Maar ik denk ook dat ze hun eigen unieke stijl hebben. Met name Axl is met zijn pianospel van grote invloed op hoe ik speel en hoe ik dingen benader. Maar vooral hoe ze liedjes schrijven. Daar zijn ze echt geweldig in, individueel en collectief. Ik had dus het geluk om daar veel van te hebben opgestoken toen ik de nummers voor mijn plaat aan het samenstellen was.”

In 1990 ben je bij Guns N’ Roses gekomen, maar je had de bandleden al in 1985 ontmoet. Kun je iets vertellen over die periode en over de eerste kennismaking?

“Ze waren al behoorlijk populair in de clubs. Ze waren toen absoluut de meest spraakmakende band van Sunset Strip. Ze kwamen uiteindelijk naast de deur van mijn band terecht, wat ongeveer drie of vier maanden het centrum van Hollywood was. Het was een plek vol energie. Je kon meteen zien dat ze iets in zich hadden en dat ze het zouden maken. En dat deden ze! Gelukkig had Axl mij piano horen spelen en zei hij tegen me: Ik wil dat je op een gegeven moment in de band komt. Dat soort flauwekul hoor je veel in Hollywood, zelfs tot de dag van vandaag. Vaak is het alleen maar dronkenmanspraat. Maar in dit geval hield hij zich aan zijn woord. Ik kreeg in 1990 een telefoontje en mijn leven is daarna nooit meer hetzelfde geweest.”

Dizzy Reed - approved (1)

Nadat je bij Guns N’ Roses kwam was je betrokken bij de opnames van Use Your Illusion I & II.

“Daar was ik voor binnengehaald. We hebben Civil War opgenomen, dat oorspronkelijk op een ander album werd uitgebracht. Volgens mij was dat Nobody’s Child, een verzamelalbum voor een goed doel. Ik was een tijdje betrokken bij de pre-productie van de Use Your Illusions en ging daarna de studio in. Het heeft veel tijd gekost om dit allemaal op te nemen, haha! Veel nummers.”

Had je tijd om je aan de band aan te passen?

“Dat begon pas toen we op tournee gingen. Je bent de hele tijd bij elkaar, je reist samen… Het is alsof je met iemand getrouwd bent, maar dan met meerdere mensen. Echt waar! Mensen hebben daar geen idee van. Touren is niet makkelijk, omdat je echt constant in elkaars ruimte bent. Je moet de juiste instelling hebben. Het helpt als iedereen cool is, en in dit geval is dat zo, maar ik ben in situaties geweest waarin sommige mensen niet zo cool waren. Dat was vervelend en ongemakkelijk. Maar je vindt manieren om daarmee om te gaan.”

Er is in de media veel gezegd en geschreven over het lange opnameproces van Chinese Democracy. Hoe heb jij die periode beleefd?

“Het heeft mij tien jaar geduurd om mijn album te maken, dus heb ik dat blijkbaar daarvan opgepikt, haha! Het was niet makkelijk. Het was zwaar. Maar we hebben een geweldig album uitgebracht en ik ben erg blij dat ik daar deel van heb mogen uitmaken. Ik ben er echt trots op.”

Kort geleden is de reissue van Appetite For Destruction uitgebracht. Wat was jouw reactie toen je in 1987 het originele album voor het eerst hoorde?

“Eigenlijk kende ik alle nummers al vrij goed, omdat ik ze tijdens repetities en in de clubs al had gehoord. Ze hebben die nummers op een geweldige manier vastgelegd. Het voelde voor mij als een soort van natuurlijke vooruitgang om ze zo te horen, maar ik ben nog steeds een groot liefhebber van dat album.”

“Het voelde zo bekend dat het voor mij een vrij gemakkelijke overgang was”

Toen je in 1987 naar Appetite For Destruction luisterde, had je geen idee dat je drie jaar later bandlid van Guns N’ Roses zou zijn.

“Ik hoopte het alleen maar! Maar nogmaals, toen het moment kwam om daar deel van uit te maken was ik al heel bekend met die nummers. Soms heb je een optreden en is het van: Hier zijn dertig nummers, je hebt twee weken om het te leren. Maar het voelde zo bekend dat het voor mij een vrij gemakkelijke overgang was.”

Afgezien van Axl ben jij het bandlid dat het langst in Guns N´ Roses zit. Betekent dat iets voor je?

“Niet echt. Ik denk dat wat we nu doen geweldig is. Deze shows waren de afgelopen jaren zo cool. Voor een groot publiek, echt geweldig. Ik heb gewoon zoveel geluk om daar deel van uit te maken.”

Is optreden voor een groot publiek iets waar je aan went?

“Het gaat een beetje heen en weer. Als dit is afgelopen ga ik weer in clubs spelen, wat ook cool is. Ik denkt dat het allebei cool is. Op bepaalde manieren raak je eraan gewend. Je kan niet in paniek raken, je moet gewoon je ding doen. Als je in een club speelt heb je opeens een persoonlijke interactie met mensen. Je kan het voelen. Als ze het niet leuk vinden, dan weet je dat. Ja, spelen voor een groot publiek is natuurlijk geweldig. Je kan het nergens mee vergelijken. Dat is iets waar we van dromen. Hoe groter, hoe beter. Maar nogmaals, het is boeiend om in een club te spelen waar je zelfs nog een gesprek met iemand kan hebben. Ik herinner me een keer dat een hele lange kerel precies voor mij stond. De mensen achter hem konden me niet zien. Dus stopte ik en zei: Weet je, jij bent die kerel die altijd in de bioscoop voor mensen gaat zitten, jij bent die kerel die… Toen ging hij naar achteren. Tijdens een meet and greet twee maanden later liep hij naar me toe en zei: Ik ben die kerel! Gelukkig wist hij dat het een geintje was. Dat soort dingen gebeuren niet als je voor een groot publiek speelt.”

Ben je al met nieuwe nummers bezig voor de opvolger van Rock ‘n Roll Ain’t Easy?

“Zeker weten. Ik heb veel ideeën waar ik iets mee wil doen. Golden Robot Records doet geweldig werk met deze plaat. Ik ben zo blij dat ik een thuis heb gevonden. Ik denk dat ik nu het juiste team heb om me te helpen nog een album uit te brengen dat niet tien jaar zal duren. Het kan geen tien jaar duren, want wie weet ben ik er over tien jaar misschien niet meer, haha! Dus ik ben daar zeker over aan het nadenken en ben daarmee bezig. Maar eerst wil ik dit album bij zoveel mensen krijgen en van daaruit verder gaan.”

Kunnen we ook nieuwe muziek van Guns N’ Roses verwachten?

“Je zal het vast eerder weten dan ik, haha!”